LUNALIA // artist in residence - Sint Romboutstoren, Mechelen
LUNALIA // artist in residence - Sint Romboutstoren, Mechelen
LUNALIA // artist in residence - CC Mechelen, Minderbroederskerk
LUNALIA // artist in residence - CC Mechelen, Minderbroederskerk
Het concert van UNITY IN DIVERSITY op Morgenland Festival Osnabrück werd op 28 augustus uitgezonden op Deutschlandfunk Kultur. De opname blijft beschikbaar tot eind september.
De opname biedt de gelegenheid om de bijzondere vierde editie van het residentieproject Unity in Diversity met de Israëlische contratenor Doron Schleifer, de Libanees-Palestijnse zanger Haitham Haidar en topmuzikanten Alon Sariel, Christos Barbas en Jurgen De bruyn, te herbeleven. Het concert werd razend enthousiast onthaald.
Eind april start de tweede editie van het Europese luitliederen project Unity in Diversity. Luitist Jurgen De bruyn en mandolinevirtuoos Alon Sariel krijgen gezelschap van zangeressen Lore Binon en Elly Aerden, van Vittoria Pagani op de Indische Sarod en van de ney en lavta speler Christos Barbas. De creatie tijdens LUNALIA, Festival van Vlaanderen Mechelen, maakt deel uit van het Mechels stadsfestival Construct Europe, en kadert in het Belgisch voorzitterschap van de EU Raad. Na de première volgen concerten in Hasselt en Dilbeek.
Om je alvast in te tunen kan je naar de podcast luisteren die door Evita Nossent gemaakt werd. Daarin vertellen de muzikanten over hun ervaringen tijdens de eerste residentie in Laus Polyphoniae Antwerpen. Ze getuigen over hun persoonlijke muziekpraktijk en hoe ze zich opstellen voor nieuwe ontmoetingen.
Met de woorden van Alon: “…what we present on stage is the wishfull thinking of what could be in Europe in the future, if the European dream actually works”.
Op 17 mei is The Mass Man, een samenwerking tussen Zefiro Torna en Muziektheater Transparant, te gast op het O. Festival in Rotterdam.
Regisseur Wouter Van Looy, videokunstenaar Wim Catrysse en schrijver Peter Verhelst baseren zich voor de voorstelling op het boek ‘Massa en Macht’ van Elias Canetti. De Nobelprijswinnaar beschrijft zijn ervaringen met de massabewegingen in het begin van de 20ste eeuw en vermengt ze met indrukwekkende sociologische en antropologische inzichten. Het boek leest niet alleen als een reflectie op het verleden, het is ook een gids voor vandaag.
Solistische zanger/performers, instrumentalisten op luit, cornetto, trompet en drums, een geluidsinstallatie kunstenaar en elektronische soundscapes geven nieuwe vorm en uitdrukking aan een brede waaier van subgenres van het middeleeuwse kruisvaarderslied. Ze tonen een genuanceerd beeld van een complexe tijd en keerpunt in de geschiedenis, gekenmerkt door veranderende identiteiten en wereldbeelden.
De uitzending van het YULE concert op Klara kan nog steeds online beluisterd worden:
Luister hier het interview met Meskerem en Lore op Music Matters
Volgende week beginnen de repetities voor voorstelling L’ALQUIMISTA in Barcelona, in het Theatre Nacional de Catalunya. Michael De Cock maakte een theaterbewerking van het boek Hermetisch Zwart van de Belgische schrijfster Marguerite Yourcenar en regisseert. Luitist Jurgen De bruyn staat mee op het podium en voorziet samen met componist Alain Franco de soundtrack van het verhaal dat zich afspeelt in het 16deeeuwse Europa met een focus op de laatste jaren van de Brugse arts en alchemist Zeno en op universele thema’s als menselijkheid en vrijheid in woelige tijden.
De première zal plaatsvinden op 11 mei 2023. De tickets zijn te koop via TNC.
Zefiro Torna
In het liefdesgedicht ‘Le champion des Dames’ dat Martin le Franc voor Filips de Goede schreef, worden Guillaume Dufay en Gilles Binchois samen afgebeeld. Geïnspireerd op de vernieuwende Engelse stijl van Dunstable breken deze componisten met de complexe ars subtiliorstijl. In de ban van Florentijnse vrouwen, thema’s uit de oudheid en het humanisme, schrijven ze oorstrelende pareltjes en muzikale miniaturen die erg in de gading vallen bij het Bourgondische hof. Ze maken de brug van de middeleeuwen naar de vroege renaissance.
Het programma is opgevat als een drieluik: van ‘De verheerlijking van de vrouw’ - volgens een anonieme dichter idealiter als "blans, blond, tout par mesure" beschreven - over ‘Het verlies van een geliefde’, ondermeer prachtig getoonzet door Binchois in de ballade ‘Deuil Angoisseus’. En tot slot: ‘Een nieuwe lente’ en ‘joye sans fin’!
Rogier van der Weyden tentoonstelling, Leuven, Kapel Romaane Poort
Het programma ‘Les Champions des Dames’ verwijst naar het (quasi) gelijknamige, 24.000 verzen tellende gedicht van de Franse schrijver Martin le Franc, dat werd opgedragen aan de Bourgondische hertog en kunstmecenas Filips de Goede. Het werk dateert uit 1441/1442 en beschrijft grote daden van vrouwen doorheen de geschiedenis. Het schaart zich daarmee resoluut aan de zijde van het ‘zwakke geslacht’ in de zogenaamde ‘cause de femmes’.
Het programma ‘Les Champions des Dames’ is opgevat als een drieluik. In een eerste deel worden het aardse lijden en verlies uitgedrukt in allerlei vormen en gradaties. ‘Las, que feray? Ne que je devenray’ toont een troosteloze dame, verlaten door haar geliefde die ze nochtans heeft ‘amé leaulment de cuer vray’. De klaagzang ‘Lamentatio S. Matris Ecclesiae Constanipolitanae’ refereert dan weer naar een episode uit de Bourgondische geschiedenis en zou gezongen zijn op het extravagante banket dat Filips de Goude na de traumatische val van Constantinopel had opgezet te Lille, om ridders te recruteren voor een nieuwe missie. De treurende moeder staat symbool voor de stad die de val van de Byzantijnse kerk beweent. Binchois schreef het aangrijpende ‘Deuil Angoisseus’ op verzen van de Franse Christine de Pizan die voor het schrijverschap koos om in haar levensonderhoud te voorzien nadat het noodlot haar dierbaren ontnam.Ze vertaalt haar verdriet in donkere gevoelens: ‘rage demesuré’, ‘coeur doloreux, qui vit obscurement, Tenebreux corps sur le point de partir’.Gelijkaardige emoties vinden we terug bij du Fay’s ‘Ne je dors ne je ne veille, mort contre moi se resveille, je transisse de pleurer’.
In het scharnierluik wordt ingegaan op de verheerlijking van de vrouw - zowel op profane als op gesublimeerde –spirituele- wijze. Het motet ‘Mirandas parit haec urbs florentina puellas’ bezingt de charmes en schoonheid van de Florentijnse vrouwen. ‘Vergene bella’ vormt de conclusie van Petrarca’s ‘Canzoniere’.Du Fay volgt de subtiliteiten van de tekst met ondermeer overvloedige melismen op ‘stelle’ als belichaming van een sterrenbeeld, een fermate op ‘kroon’ en een improvisatorische riff op ‘liefde’.Nicolas Grenon, die werkzaam was aan de kapel van Jan Zonder Vrees, beschrijft in een eenvoudige minnestreelstijl zijn ideale vrouw als ‘blans, blond, tout par mesure, toute noblesse en fais en dis et en parleure’. ‘Par le regard de vos beaux yeux’ en ‘Quel fronte signorille in paradiso’ vertonen heerlijke liefdespennetrekken. In het chanson ‘La belle se siet’ dialogeren een jonge vrouw en haar vader: zij wil geen man of ‘god’, enkel haar gevangengenomen lief dat morgen opgehangen wordt…
Het laatste deel ademt een humane, alledaagse ongedwongen sfeer uit van een nieuwe lente en ‘joye sans fin’. Van het anonieme Vlaamse lied ‘Ope es in minnen groot ghenuecht’ naar satirische, volkse taferelen in ‘Fate d’arera’ met het verwijtende ‘ach jij oude boef’ en de reactie op slechtsprekers of roddelaars ‘ik maak er korte metten mee!’ in ‘Qui veut mesdire, si mesdie’.
Natuurlijk is er ook de onvermijdelijke overmoed in drinkliederen als ‘He compaignons, resvelons nous’, waarin negatieve gevoelens worden afgeworpen: ‘laissons dire ces fauls jalous, ne soions plus en soussy, tantost vendra le temps joly’.Die fijne tijd wordt dan ook steevast geassocieerd met het nieuwe jaar (dat toen samenviel met de lente) in ‘Ce jour de l’an voudray joye mener’ en ‘Bon jour, bon mois, bon an et bonne estraine’. Tot slot wordt er niet zonder enige melancholie afscheid genomen van al deze Bourgondische geneugten met ‘Adieu ces bons vins de Lannoys’.
Toelichting door Jurgen De bruyn (met dank aan Dra. Sofie Taes - Essay ‘Passie van de Stemmen’ Alamire Foundation)